Efeze, Turkije
Tempel van Artemis
Het Artemis-heiligdom van Efeze
Tempel van Artemis

Tempel van Artemis

De Tempel van Artemis in Efeze in Klein-Azië (het tegenwoordige Turkije) wordt algemeen gerekend tot de zeven klassieke wereldwonderen. Het in de 6e eeuw v. Chr. (vanaf ca. 550 v. Chr.) door Croesus gemaakte bouwwerk was opgetrokken uit marmer.

Het gebouw was rond 550 v.Chr. gereed en was een van de heiligdommen ter ere van de maagdelijke jacht-, vruchtbaarheids- en maangodin Artemis (Diana), een voor de Grieken zeer belangrijke godin, met een oorsprong als Moedergodin in Anatolië. De Artemiscultus was namelijk nauw verwant met die van Kubele of Cybele. In de hellenistische periode werd aan de stad Efeze een fabelachtige rijkdom toegeschreven. Als hoofdstad van de Romeinse provincia Asia was het een van de grootste steden van de oudheid. Tegenwoordig ligt het in Turkije, bij Selçuk, niet ver van İzmir.

Beschrijving van de tempel

De beschrijving van deze tempel komt vooral van Plinius de Oudere. Het monument was bijna 122 meter lang en ca. 55 meter breed met 127 marmeren zuilen van 18 meter hoog. Het totale complex had een oppervlakte van ca. 8000 m². Men beweerde dat in oeroude tijden de Amazonen de stichtsters van de stad Efeze waren geweest. Op de friezen rond de tempel waren inderdaad talloze reliëfs met o.m. Amazonen aangebracht, gemaakt door Griekse beeldhouwers die de tempel aankleedden: Polyclitus, Pheidias, Cresilas, en Phradmon. Er waren eveneens schilderijen, en zuilen belegd met goud en zilver. Volgens Plinius heeft Scopas basreliëfs op de tempelzuilen aangebracht. Deze zuilen waren uit marmer vervaardigd en de delen werden aangevoerd uit groeven op 10 km van de plek vandaan. De techniek daartoe bestond erin de uitgehakte marmerbalken zijdelings van reusachtige houten wielen te voorzien die met pinnen in de uiteinden werden verankerd. Daarna werd deze constructie met een ossenspan op weg getrokken. Ook de lange rechthoekige architraven konden mits enige aanpassing van de techniek op die manier worden vervoerd. Athenagoras van Athene noemt Endoeus, een leerling van Daedalus, als de beeldhouwer van het grote Artemisbeeld in Efese.

Artemiscultus en internationale invloed

De tempel van Artemis lag midden in een regio met sterke economische verankering, die bezocht werd door handelslui, zeevaarders en reizigers van overal in Klein-Azië en rond de Middellandse zee. Als cultusplaats was er invloed vanuit al de geloofsovertuigingen van die streken. Men kan de tempel beschouwen als een bedevaartplaats voor de aanhangers van de talloze erediensten, die er elk hun eigen visie op de godin in projecteerden. De Efesiërs vereerden Cybele, maar incorporeerden veel van hun eigen geloof in de dienst van Artemis. De Artemisische Cybele contrasteerde dan ook heel sterk met haar Romeinse tegenhangster Diana. De Artemiscultus trok duizendtallen vereerders uit verre landen, die allen ter plaatse vergaderden en haar vereerden. Er was ook een sterke wederzijdse invloed met Kreta.

Geschiedenis van de tempel

Het heiligdom van Efeze is veel ouder dan de fameuze tempel. Volgens Pausanias was het in archaïsche tijden reeds een cultusplaats, lang voor er zelfs sprake was van de Ionische immigratie aldaar. Hij meldt met stellige zekerheid dat het ouder was dan het orakelheiligdom dat in Didyma aan Apollon werd gewijd. De bewoners van de stad voor de Ioniërs waren 'Leleges' (Pelasgen) en Lydiërs.
Callimachus weet de oorsprong van de Temenos in zijn Hymne aan Artemis in Efeze aan de Amazonen. Hun cultus draaide volgens hem reeds rond een beeld (bretas).

Bij opgravingen door D.G. Hogarth werden drie opeenvolgende tempels geïdentificeerd, boven op elkaars puin gebouwd. Naar aanleiding van correctieve heropgraving in 1987-88 werden Pausanias' gegevens bevestigd. Testgaten bevestigden dat de locatie reeds in de Bronstijd werd gebruikt, aan de hand van potscherven die tot de Midden Geometrische periode gaan, toen halfweg de 8e eeuw v. Chr. de peripterale tempel met kleivloer werd gebouwd.

De peripterale tempel van Efeze was het eerste voorbeeld van dit type op de kust van Klein-Azië, en misschien wel de eerste Griekse tempel die door zuilen was omgeven. In de 7e eeuw v. Chr. vernielde een overstroming deze tempel en zorgde voor een halve meter zand en debris boven op de eerdere vloer van hardgestampte klei. In het vloedpuin vond men de resten van een uitgesneden ivoren plaket van een griffioen en de levensboom van blijkbaar noord-Syrische makelij. Belangrijker nog, de vloedgolf begroef tegen de noorder muur een hoop materiaal waaronder amberen traandruppels met elliptische doorsnede, die ooit het houten beeld van de Vrouwe van Efeze hadden gesierd. Dit xoanon moet door de overstroming vernield zijn. Bammer merkt op dat de vloedgevoelige plaats zo'n twee meter werd verhoogd tussen de achtste en de zesde eeuw, en nog eens 2,4 m tussen de zesde en de vierde, en dat de cultusplaats al die tijd in stand bleef: "Dit wijst erop dat het instandhouden van de identiteit van de feitelijke locatie een belangrijke rol speelde bij de sacrale organisatie".

De nieuwe tempel, die nu uit marmer werd opgetrokken, zoals ook met veel aanvankelijk houten tempels gebeurde, kreeg een dubbele zuilenrij rondom, wat voor een ruime ceremoniële ommegang zorgde rond de cella. Hij werd rond 550 v. Chr. ontworpen en gebouwd door de Kretenzische architect Chersiphron en zijn zoon Metagenes. Er werd een nieuw ebbenhouten (of druivelaar) cultusbeeld gemaakt door Endoios en een naiskos (kleine tempelkapel) om het in te huisvesten werd ten oosten van het openlucht altaar gebouwd. Deze reconstructie gebeurde op kosten van Croesus, de rijke koning van Lydië. De rijkgevulde funderingslaag bevat meer dan duizend items. Daaronder wat mogelijk de oudste munten van zilver-goud allooi kunnen zijn, electrum. Er werd voor moerasgrond gekozen als cultusplaats, wat ook een voordeel opleverde in geval van aardbevingen, aldus Plinius de Oudere.

De tempel werd een bedevaartsoord en een toeristische attractie, die ook bezocht werd door handelaars en koningen. De meeste bezoekers eerden Artemis met juwelen en allerlei andere goederen en gaven.

De tempel van Croesus werd een wijdvermaard toevluchtsoord, een traditie die verband hield met de mythe dat de Amazonen er ooit hun schuilplaats hadden voor Herakles en ook Dionysus.

In de 4e eeuw v. Chr. (vanaf 325 v. Chr.) werd de tempel gerenoveerd, maar in het jaar 262 vernield en leeggeroofd door de Gothen. Later werd het bouwwerk volledig afgebroken, nadat het eerst nog had dienst gedaan als kerk voor het nieuw opgekomen christendom. Brokstukken van de tempel worden bewaard in het Brits Museum in Londen. Acht van de ca 18 meter hoge, donkergroene pilaren zijn te bezichtigen in de Aya Sofia, waar zij werden gebruikt voor het (aanvankelijk christelijk) prestigieuze kerkgebouw dat in het Turkse Istanbul werd opgetrokken. Op de plaats van de tempel in Efeze is nog een enkele zuil over.

Christelijke verwijzingen

De Artemistempel wordt onder meer in het Bijbelboek Handelingen (Handelingen 19,27) impliciet genoemd als het religieuze centrum van Efeze. Efeze was volgens dit boek de tempelbewaarster van de godin; men geloofde dat het grote Artemisbeeld dat in de tempel stond uit de hemel gevallen was (Handelingen 19,35). Efezische zilversmeden maakten destijds replica's van de tempel en van het beeld (Handelingen 19,24).

De christenen muntten bij al hun tijdgenoten uit door hun eenzijdige benadering van goden die niet de hunne waren.

Een christelijke inscriptie in Efeze geeft aan waarom zo weinig van de cultusplaats over is: "Bij het vernielen van het misleidend beeld van de demon Artemis, heeft Demeas dit symbool van waarheid opgetrokken, de God die alle afgoden verjaagt, en het Kruis van de priesters, onsterfelijk en overwinnend symbool van Christus."

Het zogenaamde later genoemde Artemisium is op een andere plaats gebouwd dan waar de tempel stond en is van relatief recentere datum. Dit werd enige tijd rond de periode van het Concilie van Efeze het graf van de moeder van Maria genoemd.

Stad & Cultuur